Onderbouw
In groep 1 en 2 wordt de basis gelegd van alle vaardigheden die de kinderen aan het eind van groep 8 geleerd hebben. Het gaat hierbij niet alleen om taal- en rekenvaardigheden of motorische en sociaal-emotionele vaardigheden, maar ook om het vermogen van de kinderen om zich de pijlers van het Daltononderwijs, o.a vrijheid/verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerking, eigen te maken..
Beginnende kleuter
De kleuters krijgen, wanneer zij binnenkomen in groep 1, een half jaar ontwikkelingsgelegenheid, dat wil zeggen: zij krijgen de rust en ruimte om te wennen, zich de regels en routines eigen te maken en zich vertrouwd en zelfverzekerd te voelen binnen de groep.
Er wordt in deze periode geobserveerd wat de beginnende kleuter kan, welke voorkeuren hij/zij heeft en hoe het met zijn/haar welbevinden is binnen de groep. Ondertussen wordt het kind vertrouwd gemaakt met alle gewoontes en regels in de groep. Dit gaat beter als het gekoppeld wordt aan een ander kind dat hem/haar wegwijs maakt. Het maatjessysteem werkt in groep 1 en 2 perfect. Kinderen leren hulp te vragen en te bieden. Dit is het begin van samenwerken, maar ook van het respecteren van elkaar.
Over het algemeen is er geen half jaar nodig voordat de jongste kleuter vertrouwd is met het reilen en zeilen in de groep. Het kind doet op zijn/haar eigen manier overal actief aan mee: de een gaat al in de gaten houden welke dag het is, voor het geval het zijn/haar beurt is om die te noemen, de ander heeft al een voorkeur voor een huishoudelijke taak, of probeert al de weektaak in te vullen, enzovoort. Een ander kind observeert eerst een hele periode, om zich daarna, wanneer het precies weet hoe alles in zijn werk gaat, helemaal in het groepsgebeuren te ‘storten’. Wanneer een kind toe is aan wat extra uitdaging, geeft het dat over het algemeen zelf aan, maar de leerkracht zal ook het niveau van het kind bepalen naar aanleiding van observaties.
Observeren
Op de van Bommelschool wordt vanaf groep 1 tot november groep 3 gewerkt met het observatiesysteem Pravoo, dat 8 peilpunten kent, waarbij alle ontwikkelingsgebieden nauwkeurig geobserveerd worden.
Na het invullen van deze peilpunten wordt de ouderkaart ingevuld, waarbij een samenvatting wordt gemaakt van de observatielijst. Deze ouderkaart wordt tijdens de spreekavonden met de ouders besproken, samen met eventuele andere gegevens.
Leerstofaanbod
Omdat kinderen het meeste leren wanneer zij betrokken zijn, wordt er gezorgd dat er aantrekkelijke materialen voor de kinderen ter beschikking zijn. Maar dit is niet alles. In groep 1 en 2 wordt altijd gewerkt in thema’s, waarbij de kinderen zoveel mogelijk betrokken worden bij een onderwerp. Natuurlijk zijn er de vaste thema’s, zoals de kinderboekenweek, Sint en Kerst, de seizoenen, enzovoort, maar er zijn ook thema’s die ofwel door de kinderen, of door de leerkrachten ingebracht worden. Ook zijn er soms maatschappelijke ontwikkelingen die ook op kleuters zo’n indruk maken dat er aandacht aan besteed moet worden.
In groep 1 en 2 werken we ook met 'Sil op school', een gloednieuwe methode die allerlei thema’s heeft uitgewerkt, waarbij alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen: voorbereidend taal, rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook muziek en bewegen komen bij elk thema aan bod.
Het aanbod van leermiddelen is zodanig dat kinderen op elk niveau iets kunnen vinden dat hen verder kan helpen
Toetsen
Ook in groep 1 en 2 wordt getoetst. Het zijn de Cito-toetsen ‘Ordenen’ en ‘Taal voor Kleuters’ die in januari in groep 1 en 2 worden afgenomen en in juni in groep 2. Aan de hand van de resultaten van de toetsen en de peilpunten van de observatiemethode wordt bekeken of er vaardigheden zijn die het kind wat extra moet oefenen of dat er wat extra uitdagende leerstof aangeboden moet worden.
Eerste halfuurtje
Op maandag-, dinsdag-, donderdag- en vrijdagochtend is er ook bij de kleuters het ‘eerste halfuurtje’, waarbij elk kind werkt met het weektakenblad dat speciaal op de kleuters is afgestemd. De taken op dit blad kunnen zij helemaal zelfstandig doen, zodat de leerkracht de gelegenheid heeft instructie te geven aan individuele kinderen of kleine groepjes.
Wanneer de taak klaar is, moet hij afgestreept worden met de kleur van de dag. Om de kinderen al kennis te laten maken met het reflecteren op eigen werk, kunnen zij daarbij kiezen of zij het werk leuk, moeilijk of niet leuk vonden. Hiervoor staan per taak drie bijpassende ‘smileys’.
Aan het weektakenblad mag overigens ook tijdens de rest van de week gewerkt worden. Als de weektaken gedaan zijn, mag het kind een beloningskaartje kiezen en het blad mee naar huis nemen. De leerkracht houdt bij welke taak het kind heeft gekozen.
Geletterdheid
Op deze plaats willen we iets schrijven over dit ontwikkelingsgebied, omdat via de geletterdheid informatie wordt verkregen.
De geletterdheid van kinderen is een continue proces.
Voordat de kinderen op school komen zijn zij al gestart met die ontwikkeling. Zo kunnen de meeste kinderen wanneer zij op school komen al aandachtig naar een verhaaltje luisteren en ervan genieten. Ook kunnen ze al wat navertellen uit een verhaal.
De school bouwt op deze ontwikkeling voort, zodat de kinderen interesse krijgen voor de schriftelijke taal.
Onderzoek
Onderzoek heeft uitgewezen dat taalvaardigheden van jonge kleuters samenhangen met het gemak waarmee ze later gaan lezen en spellen.
Bij jonge kinderen gaat het dan om bijvoorbeeld het na kunnen zeggen van zinnen, na kunnen vertellen van een verhaal of het snel kunnen benoemen van plaatjes.
Bij oudere kleuters gaat het onder andere om het kunnen verdelen van woorden in stukjes of letters, het kunnen “plakken” van woordstukjes of letters tot een woord, het kunnen rijmen.
Er is ontdekt dat kinderen met dyslexie minder voorkomen waar in de groepen 1 en 2 meer wordt gedaan aan de ontwikkeling van de taalvaardigheid van de kinderen.
Praktijk
In de klas werken we aan de ontwikkeling van taalvaardigheden door kinderen op allerlei manieren kennis te laten maken met geschreven taal en allerlei lees- en schrijfsituaties, bijv.
een kaart schrijven voor een zieke, verlanglijstje voor Sinterklaas,
In de hoeken is gelegenheid om te schrijven: kinderen leren zelf hun naam schrijven en elkaars namen herkennen, de letter van de maand, de letterlijn, zelf laten registreren van werk dat gedaan is, enz.
Ook doen we allerlei oefeningen, individueel of in de groep om het auditieve geheugen te versterken, wat belangrijk is voor het automatiseren van het geleerde.
Voorlezen
Eén activiteit voor het ontwikkelen van de taalvaardigheid willen we eruit lichten, omdat het van wezenlijk belang is dat het veel en goed gedaan wordt, en dat is het voorlezen.
Het voorlezen is op de eerste plaats zo belangrijk omdat de kinderen zo leren te genieten van verhalen. Maar verder leren zij de bedoeling van teksten en de structuur ervan te (her)kennen.
Hardop denken over verhalen geeft inzicht in het lees- en schrijfproces.
En bij dat hardop denken komen we op het interactief lezen. Want dat is de manier van lezen waarvan de kinderen het meest opsteken. Ze denken mee in het verhaal en mogen dat ook hardop doen. Zo kan er aan de hand van de kaft al samen gekeken worden waar het verhaal over zal gaan. Moeilijke woorden worden besproken tijdens het lezen, er kan worden gepraat over bedoelingen van de schrijver of betekenissen van situaties. Ook is het leerzaam om de kinderen op een bepaald punt in het verhaal te laten denken over de afloop ervan.
Na afloop kan hier dan nog op teruggekeken worden. Tenslotte vertellen de kinderen in eigen woorden nog eens het verhaal na.
Op deze manier steken de kinderen veel op van het lezen van boeken of verhalen.
Misschien kunt u dit thuis ook eens uitproberen met uw kleuter.
Extra activiteiten
Tenslotte willen we enkele extra activiteiten noemen:
- Computerles: elke week is er voor elke leerling van groep 1 en 2 een kwartier computerles, waarbij ze ervaring kunnen opdoen met het gebruik van de computer. Daarbij worden er programma’s gebruikt die speciaal ontworpen zijn voor kleuters en waarbij ze, oplopend in niveau allerlei vaardigheden kunnen oefenen.
- Voorlezen door groep 8: elke vrijdagochtend lezen de leerlingen van groep 8 uit een prentenboek voor aan 1 of 2 kleuters. Voor de kleuters een extra taalimpuls en geweldig om aandacht te krijgen van de oudste leerlingen, waar zij zo tegenop zien!
- Boekenuitleen: om de 6 weken komen dames van de bibliotheel in Heinenoord in de klas om boeken uit te lenen aan de kleuters, elk kind 2 boeken. We vinden dit een belangrijke, ondersteunende activiteit voor ons taalonderwijs op school.