Dalton Ontwikkelings Plan
- - Elk schooljaar wordt een DOP (Dalton Ontwikkelings Plan) geschreven.
- In het DOP wordt beschreven welke specifieke schoolontwikkelingen het komend schooljaar worden beoogd.
Dalton Stuurgroep
- De daltonstuurgroep onderhoudt externe contacten (scholen voor voortgezet onderwijs, dalton regionetwerk, etc.).
- - De daltonstuurgroep stelt jaarlijks het DOP op.
- - De daltonstuurgroep legt klassenbezoeken af binnen de school.
- Studie(mid)dagen
- - Jaarlijks vinden studie(mid)dagen plaats.
- - Bij de studiemiddagen zijn alle leerkrachten aanwezig, eventueel ook stagiaires.
- Binnenkomst en het naar huis gaan
- - Er wordt gebeld om 8.40, vanaf 8.35 gaat de school open bij erg slechte weersomstandigheden.
- - ´s Middags wordt er gebeld om 12.55, zodat om 13.00 daadwerkelijk met de lessen kan worden gestart.
- - De ouders van de leerlingen van groep 1 en 2 mogen mee naar binnen, ’s ochtends nemen zij bij de deur van de klas afscheid, ’s middags mogen zij hun kind in de klas brengen.
- - De ouders van leerlingen van groep 3 tot en met 8 nemen bij de buitendeur afscheid van hun kind.
- - Bij het binnenkomen staat de leerkracht bij de deur en begroet elk kind apart.
- - Bij het naar huis gaan zorgt de leerkracht dat de kinderen rustig door de school naar de deur lopen.
- - De leerkrachten van groep 1 tot en met 3 lopen met de kinderen bij het naar huis gaan mee tot aan de buitendeur.
Website
De website wordt actueel gehouden door:
- - Wekelijks de weekbrief op de site te plaatsen.
- - De openingspagina van de website actueel te houden.
- - Werkafspraken regelmatig bij te werken en daarna zo snel mogelijk op de site te zetten.
- - Foto´s van bepaalde activiteiten indien mogelijk dezelfde dag nog op de website te plaatsen.
- - Via de website kunnen belangstellenden ook contact opnemen met de school.
Leerlingcomissie
De leerlingcommissie bestaat uit een viertal leerlingen. Uit groep 5 tot en met 8 is één leerling per groep afgevaardigd, gekozen door de leerlingen zelf.
Contactpersoon voor de leerlingcommissie is Lisanne van de Steeg. Zij draagt zorg voor de contacten naar de leerlingen toe en de communicatie naar het team.
Doel van de leerlingcommissie is het vergroten van de betrokkenheid van leerlingen bij de schoolontwikkelingen en het uitoefenen van invloed door de leerlingen op de schoolontwikkelingen.
Iedereen, ouders, leerlingen en leerkrachten, kunnen zaken inbrengen waarvan ze vinden dat die door de leerlingcommissie besproken moeten worden.
Gebruik van de ruimte
- Klassen: de klassen zijn in principe de plaatsen waar instructie wordt gegeven, dit is de plaats van waaruit een kind aan het werk gaat.
- - Hal: werkruimte voor groep 1 tot en met 8. Er zijn enkele doorwerkplaatsen: er wordt rustig gewerkt, zachtjes praten en samenwerken mag, elkaar ‘storen’ niet. Er zijn enkele stilteplaatsen: wanneer een kind op één van deze plaatsen werkt, mag er niet gesproken worden, het kind werkt alleen.
- - De leerkracht bepaalt uiteindelijk of een leerling op een bepaald moment wel of geen vrijheid krijgt in de plaats waar hij of zij het werk wil maken.
- - De kinderen maken zelf de keuze waar ze hun werk maken: in de klas, in een werkruimte of in een stilteruimte.
- - Kinderen maken ook zelf de keuze wát ze waar maken: het feit dat er bijvoorbeeld bibliotheekboeken in de hal staan, betekent niet dat die ook alleen in de hal gelezen of gemaakt mogen worden.
- - Nadat kinderen in de hal hebben gewerkt, nemen zij hun spullen mee terug naar de klas, zij zorgen er ook voor dat de stoelen/krukken weer op hun oorspronkelijke plaats staan.
- - Wanneer een kind zijn werk wil maken op een doorwerkplaats of een stilteplaats, dan moet hij of zij een gangkaart meenemen, deze gangkaart motiveert de leerlingen zich aan de geldende afspraken te houden, gebeurt dit niet, dan moet de gangkaart worden ingeleverd en moet het kind in de eigen klas verder werken. Bovendien is met het aantal gangkaarten ook het aantal kinderen dat in de hal werkt gelimiteerd.
Thematisch werken
- - Groep 1 en 2 werkt altijd volgens een thema.
- - Per jaar wordt minimaal één groot project uitgewerkt: de thema’s worden uitgewerkt op schoolniveau: twee middagen in de week (maandag en donderdag) wordt er groepsoverstijgend aan het thema gewerkt, waarbij er sprake is van een diversiteit aan vakgebieden. Daarnaast vinden er activiteiten plaats op klassenniveau.
- Naar aanleiding van een thema kan er een schoolkrant worden uitgegeven, hierin zijn werkjes, tekeningen, puzzels, etc. van leerlingen uit alle groepen opgenomen. De schoolkrant wordt op papier uitgedeeld aan de ouders.
Deuren
De deuren van de klassen in de school zijn zoveel mogelijk open, dit past binnen de visie van de school: bij rumoer in de hal kunnen kinderen door elke leerkracht hierop aangesproken worden.
Stilteteken
Wanneer de leerkracht centraal iets wil zeggen de kinderen dus allemaal stil moeten worden, steekt de leerkracht de hand in de lucht. Het is de bedoeling dat iedereen zijn hand in de lucht steekt. Wie zijn hand in de lucht heeft, is stil.
Regel van de maand
- Elke maand wordt een nieuwe regel geïntroduceerd.
- - De regels van de maand zijn gebaseerd op de drie daltonpijlers: verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken.
- - De regel hangt zichtbaar in het halletje van de school en in de klassen en wordt vermeld in de weekbrief.
- - De regel wordt herhaaldelijk besproken in de klas.
Nationale daltondag
- In maart vindt elk jaar de nationale daltondag plaats.
- - Tijdens de nationale daltondag is er op de Bommelschool altijd ´open huis´.
Afspraken op klassenniveau
kleuren van de dag en de weektaken
- Elke werkdag heeft een eigen kleur
-
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdagrood
blauw
oranje
groen
geel
De kleuren van de dag worden gebruikt om de hokjes op de weektaak-formulieren in te kleuren, waarmee aangegeven kan worden of en in hoeverre een taak af is.
De kleuren van de dag zijn bekend bij de kinderen in alle groepen.
Op de weektaken zijn alle vakken voorzien van een leeg hokje, kinderen kleuren het hokje in de kleur van de dag, is de taak bijvoorbeeld half af, dan wordt het hokje half gekleurd.
Kleuters zetten een streepje onder een van de drie ‘smileys’ (leuk, moeilijk, niet leuk) achter de taak en leren daardoor over hun gemaakte taak na te denken.
Op de weektaak kan keuzewerk voorkomen. Dit is werk wat ook binnen de weektaak valt, maar kan worden gezien als extra werk voor het kind. Vanaf groep 3 worden de kinderen steeds meer betrokken bij de inhoud van het keuzewerk. Hierbij wordt altijd rekening gehouden met de mogelijkheden van het kind.
Weektaken lopen om organisatorische redenen van maandag tot en met vrijdag.
Weektaken moeten per individueel kind zo zijn samengesteld, dat een weektaak, met goed doorwerken, precies af te krijgen is door een kind.
In groep 1 en 2 worden de weektaken aan het einde van de week mee naar huis gegeven. Hierdoor kunnen ouders een beeld krijgen van de activiteiten waarvoor hun kind kiest. In groep 3 tot en met 8 wordt de weektaak niet meegegeven. Uiteraard bestaat altijd de mogelijkheid de weektaak van uw kind te bekijken. Tijdens spreekavonden liggen de weektaken van de kinderen eveneens ter inzage. -
Maatjes
- In alle groepen wordt gewerkt met maatjes.
- Maatjes helpen elkaar waar nodig en kunnen samenwerken.
- Nieuwe leerlingen worden meteen op het moment dat zij beginnen met wennen gekoppeld aan een maatje.
- Elke maand wordt er gewisseld van maatje, zodat kinderen leren met alle kinderen samen te werken. (In groep 1 en 2 wordt per maand gewisseld, dit is voor de kinderen een duidelijke tijdseenheid)
- De leerkracht stuurt welke kinderen maatjes worden.
- In elke klas is een overzicht met kaartjes te vinden van welke kinderen op dat moment maatjes zijn.
- Uiteraard mogen kinderen ook samenwerken of hulp vragen aan andere kinderen.
Huishoudelijk takenbord
In de groepen 1 en 2 hangt een huishoudelijk takenbord. Kinderen krijgen per schoolweek een taak die ze uit moeten voeren.
Vanaf groep 3 wordt er gewerkt met een klassendienst. Twee kinderen uit een midden- of bovenbouwklas krijgen enkele taken, die zij na schooltijd uitvoeren, zoals vloer vegen, bord schoonmaken, planten water geven, etc. Hiermee leren zij dat ook zij verantwoordelijk zijn voor de verzorging en netheid van het eigen lokaal.
Reflectie op eigen werk
Nadenken over eigen werk
- De kleuters, en ook groep 3 (tot de kerstvakantie), leren al reflecteren op hun weektaak door een bijpassende smiley te kleuren.
- In de middenbouw bespreekt de leerkracht op donderdag (op de laatste dag van de weektaak) aan het einde van de dag het werk van de afgelopen week met de kinderen.
- In de bovenbouw wordt ook gereflecteerd op het eigen werk door evaluatie per vak en per gehele weektaak.
Netheid werken
Er wordt een combinatie gemaakt tussen netjes werken en zelfstandigheid: kinderen zijn óók verantwoordelijk voor het netjes werken.
- Werkt een kind niet netjes, dan wordt het werk overgemaakt (hierbij wordt uiteraard altijd rekening houden met de mogelijkheden van het kind)
- De verwachting ten aanzien van de netheid wordt altijd aangepast aan de individuele mogelijkheden van het kind (wanneer het voor een kind te moeilijk is om netjes te werken, dan moet dit worden afgestemd op het kind)
- Vanaf groep 8 mogen de leerlingen hun eigen handschrift ontwikkelen (binnen de reguliere schrijfregels)
Zelf nakijken
Vanaf groep 4 leren kinderen zelf hun werk na te kijken en te corrigeren
Daltontijd
Wat is daltontijd?
- Indien kinderen daartoe in staat zijn, kunnen kinderen tijdens daltontijd zelf kiezen waar ze hun werk maken: klas, stilteruimte of doorwerkplaats.
- Tijdens daltontijd kunnen kinderen ook zelf kiezen aan welke taak zij werken.
-
Overzicht op de weektaak
- In de bovenbouw wordt door de leerkracht gewerkt met een takenoverzicht
- het takenoverzicht geeft per kind aan wat er gemaakt moet worden in een bepaalde week. De taak wordt pas afgestreept wanneer deze door de leerkracht gezien en beoordeeld is. Op die manier behoudt de leerkracht overzicht over hoe ver een kind met een weektaak is.
- Kinderen kunnen houden zelf ook bij hoe ver zij zijn met hun weektaak door per dag af te strepen wat klaar is.
Verkeerslicht
In alle werkruimtes (behalve de stilteruimtes) hangen verkeerslichten en in de lokalen hangt voor elke groep een eigen verkeerslicht. De betekenis van de kleuren van het verkeerslicht:
![]() |
rood | zowel de leerkracht als andere leerlingen mogen niet gestoord worden, kan bijvoorbeeld gebruikt worden tijdens toetsen (klassikaal of merendeel van de groep) of wanneer er te veel lawaai wordt gemaakt. |
oranje | alleen hulp vragen bij klasgenoten, leerkracht niet storen, er mag dus wel onderling worden samengewerkt | |
groen | iedereen mag om hulp gevraagd worden: andere leerlingen en de leerkracht. |
- Vanaf groep 1 wordt de leerlingen geleerd dat wanneer de leerkracht bezig is met een ander kind, het niet netjes is de leerkracht te storen, aan het einde van de basisschool weten de leerlingen dat het niet hoort te storen wanneer de leerkracht bezig is met een ander kind.
- In groep 1 zal het rode verkeerslicht dus nauwelijks gebruikt worden, naarmate kinderen in hogere groepen komen, zal het rode verkeerslicht vaker voorkomen.
- Leerlingen mogen alle andere leerlingen en leerkrachten om hulp vragen, in principe is dit niet klas- en leerkrachtgebonden. De leerkracht speelt hierbij rol van begeleider, hij/zij hoeft dus ook niet alles te weten, maar kan ook de weg wijzen om tot een oplossing te komen, de leerkracht ‘leert het het kind zelf te doen’.
´een goede leerkracht is een vragende leerkracht´
Daltonblokjes
- In groep 1 en 2 wordt nog niet gewerkt met daltonblokjes.
- In groep 3 tot en met 5 wordt gewerkt met het daltonblokje als middel om de leerlingen te leren omgaan met uitgestelde aandacht
- In groep 6 tot en met 8 wordt alleen gebruik gemaakt van het daltonblokje als blijkt dat de leerlingen moeite hebben met uitgestelde aandacht
- Het daltonblokje kunnen zij tijdens daltontijd op hun tafel leggen.
- De zijde van het blokje dat omhoog ligt geeft aan wat het kind wil/vraagt.
- Het vraagteken geeft aan dat het kind een vraag heeft.
- Rode zijde geeft aan dat het kind alleen wil werken en niet gestoord wil worden voor vragen tijdens het maken van het eigen werk.
- Groene zijde geeft dat het kind zelfstandig aan het werk is, maar open staat voor vragen van andere kinderen.
- Oranje zijde geeft aan dat de kinderen rustig samen willen werken en niet gestoord willen worden.
- Tutor leren groep 7 en 8
- Tutor leren houdt in dat een ouder kind een jonger kind helpt met taken die nog niet beheerst worden.
- Tutoren worden hierin getraind, deze training wordt afgesloten met een tutor-diploma.
- Op vrijdagochtend leest groep (7 en) 8 voor aan de kleuters.
Spreekbeurten, boekbespreking, bovenbouw
Per jaar maken de kinderen:
werkstuk
spreekbeurt
boekbespreking
Coachingsgesprekken
In de bovenbouw worden individuele coachingsgesprekken gehouden.
Op donderdag en vrijdag wordt door de leerkracht de weektaak met de kinderen nabesproken, tenminste éénmaal per drie weken komt een kind aan de beurt.
Doel van deze gesprekken is dat kinderen leren kritisch naar zichzelf te kijken en zich bewust worden van hun werkhouding, dit bevordert de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de kinderen.
Klassenbezoeken
Wanneer de leerkrachten bij elkaar in de groep komen kijken hoe er gewerkt wordt, spreken we van collegiale consultatie.
Doel van de klassenbezoeken is te zorgen dat de manier waarop er op school gewerkt wordt op één lijn ligt en te leren van elkaar.
Klassenbezoeken vinden minimaal twee maal per jaar plaats: één maal tussen zomer- en kerstvakantie en één maal tussen januari en de zomervakantie.
Klassenbezoeken vinden plaats aan de hand van de kijkwijzer voor collegiale consultatie.
De kijkwijzer wordt gekoppeld aan de actuele werkafspraken. Twee maal per jaar wordt de kijkwijzer, voorafgaand aan de collegiale consultatie, aangepast aan de werkafspraken
De kijkwijzer is opgesteld aan de hand van de dalton werkafspraken.
Klassenbezoeken worden op korte termijn (individueel) nabesproken.
Bij de collegiale consultatie vindt een wederzijdse uitwisseling plaats.
De dalton stuurgroep bezoekt eveneens alle klassen om te bezien of er gewerkt wordt volgens de afspraken, doorgaande lijn.